Crisis? Dat kan makkelijk anders!
Vaak verliest een woord zijn kracht als je het te vaak herhaalt. Zo worden we op dit moment om onze oren geslagen met het woord crisis. Er is een toeslagencrisis, die leidde tot een kabinetscrisis en vervolgens tot een formatiecrisis. Waardoor we al driekwart jaar zonder fatsoenlijk functionerend landsbestuur zitten. Maar dat is lang niet alles. Noem maar op: klimaatcrisis, stikstofcrisis, crisis op de arbeidsmarkt, wooncrisis…
Je zou zelf nog in een crisis raken van al die crises. Hoe ernstig ze ook stuk voor stuk zijn, het helpt niet als je er zelf moedeloos van wordt. Beter is het om geen al te grote woorden te gebruiken, maar concreet op zoek te gaan naar oplossingen. We hebben het toch over crises die veroorzaakt worden door menselijk handelen, vooral in de economie en de politiek. Dus kun je antwoorden door een andere manier van handelen, het nemen van andere beslissingen.
Laat ik me hier beperken tot de zogenaamde wooncrisis. Daar heb ik als corporatiebestuurder dagelijks mee te maken.
Wooncrisis. Het woord alleen al is een veelkoppig monster. Er wordt van alles mee bedoeld. Er zijn te weinig woningen. Huren en koopprijzen zijn vaak (veel) te hoog. Mensen die het moeilijk hebben met zichzelf en hun omgeving, worden te vaak aan hun lot overgelaten, met alle gevolgen voor henzelf en hun omgeving. In sommige wijken, bovenal in de grotere steden, ontstaan wijken waar armoede en gebrek aan perspectief de boventoon voeren.
Helaas is het bovenstaande allemaal waar. Niet overal, niet altijd in dezelfde mate, maar toch helaas is het beeld over de hele linie maar al te herkenbaar.
Zoals ik al zei: zo’n crisis is altijd het gevolg van keuzes die door mensen zijn gemaakt. In het kort: van oudsher heeft Nederland een brede opvatting van sociale woningbouw. Dat wil zeggen dat woningcorporaties er niet alleen waren voor de mensen met heel weinig geld, maar ook voor de middenklasse. Zo’n tien jaar geleden heeft de regering besloten dat dit anders moest. Minister Stef Blok werd het symbool van een radicaal andere aanpak: veel minder sociale woningen, veel meer ruimte voor de markt. Vanuit deze heilige overtuiging is fors gesnoeid in de mogelijkheden van woningcorporaties. Er kwamen strakke inkomensgrenzen voor de mensen die een sociale woning mogen huren. En de woningcorporaties moesten voortaan jaarlijks een fors bedrag aan het Rijk betalen in de vorm van een speciaal voor hen uitgevonden belasting, de “verhuurderheffing”. Dus: minder geld om te bouwen en meer druk op de huren. Het hoeft geen uitleg dat dit enorme gevolgen heeft gehad voor de beschikbaarheid en betaalbaarheid van sociale huurwoningen.
De commerciële verhuurders van duurdere huurwoningen kregen daarentegen de vrije hand: zij mogen voor hun woningen vragen wat ze willen. In tijden van veel vraag en weinig aanbod, betekent dit in de praktijk torenhoge prijzen, zeker in de grotere steden en in gebieden waar veel mensen graag willen wonen. Het kopen van huizen wordt tegelijkertijd flink gestimuleerd door belastingvoordelen. Ook daar geldt dat veel vraag en een beperkt aanbod leidt tot heel hoge prijzen.
Samenvattend is het plaatje dus: een afgeknepen sociale huursector, en een “vrije markt” (koop en huur) waar prijzen door het plafond vliegen. In die context vinden dan ook nog eens allerlei bewegingen plaats rond mensen met een verstandelijke of psychische aandoening, met als bedoeling hen meer zelfstandig te laten wonen. Daar zitten heel mooie kanten aan, als er maar goed gekeken wordt naar wie dit ook echt aankan. En als er voldoende tijd en mensen zijn voor de begeleiding. U raadt het al, dat laatste is te vaak niet het geval. Dus moeten veel mensen die het al moeilijk genoeg hebben, zich met vallen en opstaan staande houden in de goedkopere woningen, veelal in de wijken waar veel goedkope huurwoningen bij elkaar staan.
Tot zover de diagnose. Die is niet nieuw. Die is ook niet, mocht u dat misschien denken, vanuit een partijpolitieke kleur ingegeven. Sterker nog, de hoofdlijn van dit verhaal wordt door bijna alle politieke partijen (op één na) onderschreven. Met nuances natuurlijk, zeker waar het het aan banden leggen van de vrije sector betreft, maar toch.
En dat maakt dat ik deze wat sombere schets toch hoopvol kan afsluiten. De wooncrisis is het gevolg van keuzes die “we” (lees: de regering) in Nederland zelf hebben gemaakt. Natuurlijk is het goed om meer huizen te bouwen, maar toch lost dat de crisis maar zeer ten dele op. Belangrijker is dat de politiek een aantal andere keuzes maakt. Dat is niet moeilijk. Er lijkt draagvlak voor. Schaf de verhuurderheffing af. Maak sociale woningen weer toegankelijk voor de middenklasse. Verklaar het puntenstelstel van toepassing op de duurdere huurwoningen. Beperk de fiscale voordelen voor het kopen van een huis. Investeer in begeleiding voor mensen die dat nodig hebben, en laat niemand aan zijn lot over.
Het slechte nieuws is dat de wooncrisis het gevolg is van bewuste politieke keuzes. Het goede nieuws is dat andere politieke keuzes die crisis ook weer kunnen helpen oplossen. Het overgrote deel van de volksvertegenwoordiging staat hier achter. Daar moet een nieuw kabinet toch werk van maken!
Roel van Gurp