Prinsjesdag

De derde dinsdag van september was het weer Prinsjesdag. Waar die naam vandaan komt weet niemand. Wel dat het een feestelijke happening is met de koning en de koningin, de gouden koets, nette pakken en vooral veel fleurige hoedjes. Als nieuwbakken lid van de Eerste Kamer heb ik dit spektakel deze keer van binnenuit mee mogen maken. Ja, in net pak, en mijn vrouw Ideke met een hoedje. Het was een vrolijke dag, met een keurige toespraak van de koning.

Veel belangrijker dan alle folklore (of noem het rituelen, als je dat een beter woord vindt), is natuurlijk de inhoud. In de Troonrede spreekt de koning immers de voornemens van het kabinet voor de komende periode uit. Waar gaan we met ons land naar toe, en waar liggen de prioriteiten? Dat leverde een paar interessante punten op. Zo gaat de regering erop inspelen dat de rente al lang extreem laag is. In plaats van de staatsschuld nóg verder terug te dringen, gaat de overheid nu juist geld lenen. Sprake is van zo’n 50 miljard. Dat geld komt dan beschikbaar voor investeringen die het land ook op lange termijn echt sterker maken. Denk daarbij aan duurzaamheid, infrastructuur en innovatie. Het lijkt erg voor de hand te liggen, maar het is een breuk met het rigide financiële beleid van de Rijksoverheid de afgelopen 25 jaar. In mijn ogen heel goed nieuws.

Ook de woningmarkt staat gelukkig weer hoog op de politieke agenda. Daar zijn op Prinsjesdag veel grotere en kleinere dingen over gezegd. Ik pik er twee uit.

Het meest in het oog springend is de impuls die het kabinet wil geven aan het bouwen van nieuwe woningen. Er is immers een tekort aan woonruimte. De regering stelt de gemeenten daar 1 miljard euro voor ter beschikking. Ook aan de woningcorporaties is gedacht: gedurende de komende tien jaar krijgen we bij elkaar opgeteld 1 miljard korting op de verhuurderheffing, de extra belasting die de regering sinds een aantal jaren aan de corporaties oplegt. Dat is dus jaarlijks 100 miljoen. Dit in ruil voor de bouw van extra woningen. Klinkt mooi, maar eerlijk gezegd is het een druppel op een gloeiende plaat. De 100 miljoen per jaar is niet meer dan een procent of 6 van het jaarlijks door de corporaties afgedragen bedrag. Sterker nog: omdat de verhuurderheffing meestijgt met de stijging van de huizenprijzen, gaan de corporaties volgend jaar juist méér in plaats van minder aan het rijk afdragen. Dit lijkt toch wel sterk op een fopmaatregel. Casade gaat daarom samen met een groot aantal andere woningcorporaties bij de belastingdienst bezwaar aantekenen tegen de verhuurderheffing.

Een ander belangrijk punt is dat de minister de inkomensgrenzen waar je aan moet voldoen om voor een sociale huurwoning in aanmerking te komen, iets wil verruimen. Zo moeten meerpersoonshuishoudens met een laag middeninkomen (tot 42.000 euro per jaar) in de toekomst ook in corporatiewoningen terecht kunnen. Dat lijkt me goed nieuws. Maar ook hier zit een addertje onder het gras. In ruil voor deze verruiming voor huishoudens van 2 of meer personen, staat een verlaging van de inkomensgrens voor éénpersoonshuishoudens naar 35.000 euro per jaar. Dat betekent dat aan die kant dus juist minder mensen nog voor een sociale huurwoning in aanmerking zullen komen. Je kunt vinden dat dit een eerlijke manier is om de schaarste te verdelen, maar als ik een alleenstaande was met een jaarinkomen van 36.000 euro zou ik er toch echt heel anders over denken!

Stof genoeg om nog heel wat debatten over te voeren. Intussen gaan wij bij Casade stug door met waar we al jaren mee bezig zijn: huizen verbeteren, bijbouwen, soms ook slopen om onze woningvoorraad beter geschikt én veel duurzamer te maken. Zonder daarbij de huren flink te laten stijgen. Ieder jaar zullen we goed opletten wat Prinsjesdag voor nieuws brengt, maar onze hoofdlijn staat vast. Daar kunt u op bouwen. Dat doen wij zelf ook.


Roel van Gurp